Other

Wetenschap en filosofie in gesprek over neurodiversiteit

Op donderdag 6 november ging ik (Amy De Roubaix) in gesprek met filosoof Léon de Bruin over het hot topic “neurodiversiteit” tijdens een Radboud Reflects lezing.

Maar wat bedoelen we nu precies met neurodiversiteit, en waar komt dat woord eigenlijk vandaan? Dat was het vertrekpunt van het eerste deel van de lezing van Prof. Dr. Léon De Bruin. Neurodiversiteit verwijst enerzijds naar een biologisch gegeven: ieders brein is uniek. Anderzijds is er het neurodiversiteitsparadigma, dat stelt dat diagnoses zoals ADHD of autisme niet noodzakelijk “stoornissen” zijn, maar natuurlijke variaties in hoe mensen denken, doen en zijn. Dit paradigma pleit voor demedicalisering van dergelijke labels, en benadrukt dat ook de maatschappij een grote rol speelt en soms zelfs als bron van de ervaren moeilijkheden. Daarnaast is er de neurodiversiteitsbeweging, die zich inzet voor meer acceptatie, normalisering en destigmatisering van neurodivergente personen.

Maar dan blijft de vraag: allemaal goed en wel, maar hoe kijken mensen met een neurodivergentie hier zelf naar? Om dat te onderzoeken, ontwikkelden wij samen met de Nederlandse vereniging Impuls & Woortblind een survey die ingevuld werd door meer dan 200 Nederlanders met ADHD. Daarmee brachten we verschillende voordelen en kanttekeningen van het neurodiversiteitsdenken in kaart. En die waren soms opvallend tegenstrijdig! Zo waarderen veel deelnemers dat het een inclusief begrip is dat iedereen omvat, maar vinden anderen het daardoor té breed: als het over iedereen gaat, hoe kunnen we dan nog passende zorg bieden? Veel respondenten zien ADHD niet langer als een ziekte, maar als een verzameling aangeboren kenmerken die in de ene context helpend zijn en in de andere minder handig. Toch vond de meerderheid dat het afschaffen van diagnostische categorieën geen goed idee zou zijn onder andere omdat neurodiversiteit alleen niet zou volstaan als kader voor zorg en ondersteuning.

Na de lezingen gingen we met elkaar én met het publiek in gesprek: Heeft het nog zin om diagnostische categorieën te behouden? Wat met de toename van zelfidentificaties met diagnoses? En kun je ADHD hebben zonder daaronder te ‘lijden’? Dat en veel meer kwam aan bod tijdens deze boeiende avond. Benieuwd naar meer? Lees dan zeker het verslag hier na waar je ook kan linken naar de video en de podcast van de lezing.

Labmembers, Positive aspects of ADHD

ADHDawarenessMonth Post 4: visiting a.s.r. to share our work with company doctors

We werden vorige week uitgenodigd om een lezing te geven voor medewerkers van verzekeraar a.s.r. en dit over een onderwerp die ons nauw aan het hart ligt: neurodiversiteit, ADHD, en de positieve kanten van anders denken.

Tijdens de lezing bespraken en ervaarden we hoe ieder brein op een unieke manier werkt. Dat is niet alleen helemaal oké, het is ook nog eens waardevol. In sommige situaties is een bepaalde manier van denken juist een voordeel, terwijl in andere contexten een andere aanpak beter werkt. ADHD wordt vaak gedefinieerd aan de hand van wat er misgaat. Maar wat als we ook kijken naar wat er wél goed gaat? Neem nu impulsiviteit. Dat wordt vaak gezien als een risico. Maar het kan er ook voor zorgen dat je snel en doeltreffend reageert in crisissituaties, of dat jij degene bent die wél die wereldreis maakt waar anderen alleen maar over praten.

Een mooie vraag van één van de deelnemers was: hoe brengen we deze boodschap naar beleid, zorg en onderwijs? Tja, meer en sterker onderzoek kunnen ons daar zeker mee op weg helpen en ook het vinden van de juiste partners is daarbij heel belangrijk (neem zeker contact op als jij lijntjes hebt met beleid!). Maar we hoeven daar ook niet op te wachten. We kunnen nu al kleine zaadjes planten door in gesprek te gaan met elkaar over neurodiversiteit, door te kijken naar de unieke talenten binnen het team, en door bespreekbaar te maken wat voor ons wel of niet werkt.

Diversiteit is geen probleem dat opgelost moeten worden. Laat het een kracht zijn die ons verder brengt. Want als we allemaal op dezelfde manier zouden denken en doen, zou de wereld maar een saaie plek zijn.